Is het wel van bakeliet?

Bakeliet is een scheikundige stof dat zijn naam dankt aan zijn Belgische uitvinder, de scheikundige L.H.Baekeland. De Engelse vertaling ervan, Bakelite wordt als ”Bay Ka Lite” uitgesproken.


Klik voor vergroting

Servetringen van gietfenol

Celluloid, ebena en eboniet vóór bakeliet
Celluloid, ebena en eboniet werden aan het eind van de 19e eeuw vóór de uitvinding van het bakeliet in de giettechniek toegepast voor het vervaardigen van o.a. biljartballen, siervoorwerpen en mondstukken van muziekinstrumenten. Ebena dateert uit de tijd dat men veel experimenteerde met het vinden van alternatieven voor hout. Het was een mengsel van zaagstof met bloed, dat in hete mallen werd geperst. Eerst werd met locaal hout gewerkt, later met tropisch hout. Het bloed gaf Ebena een donkerrode kleur en het werd voor inktstellen, aanstekers en luxe artikelen gebruikt. Het werd daarom ook wel een natuurlijke plastic genoemd, bakeliet gebruikt daarentegen een kunsthars.

Naast hout werd ook geëxperimenteerd met andere plantaardige stoffen als (boom)hars, het latere copal. Bakeliet, ebena en eboniet zijn geen van alle plastisch (buigzaam), maar wel goed te bewerken met een vijl of zaag.

Celluloid
Celluloid is een syntetisch materiaal, dat zich na verhitting (thermoplast) in allerlei vormen laat modelleren. Het is zeer brandbaar en werd o.a. voor kammen, in de poppenindustrie en bestekhandvaten gebruikt. Door de hoge brandbaarheid werd celluloid na het midden van de 20e eeuw bijna niet meer toegepast.

Verzamelaarswaarde
Artikelen die uit genoemde matererialen zijn vervaardigd hebben vooral waarde voor verzamelaars in de volgende hoedanigheden: juwelen, knoppen, knopen, radiokasten, lampen en vele andere artikelen. Commercieel werd bakeliet in de installatietechniek toegepast, te denken aan schakelaars, wandcontactdozen, schakelkasten, etc. Na het bakeliet en de introductie van de vele andere kunststoffen en compositie materialen was de verwarring groot. Iedereen gooide alle plasticsoorten op één grote hoop en noemde het gemakshalve maar bakeliet.


Klik voor vergroting

Geska koffiemolen
met stalen binnenwerk

Hoe onderzoek je of het wel bakeliet is...
Om na te gaan tot in hoeverre iets van bakeliet is gemaakt kunnen onder- staande punten je op weg helpen:

  1. Wrijf met je duim net zolang over het product totdat het warm wordt. Hierna ruik je hét. Er komt een specifieke lucht vrij van formaldehyde of carbolzuur. De lucht moet je pakken, of niet. Niet elk stuk bakeliet geeft dezelfde geursterkte af, er zal altijd wel iets te bespeuren zijn.

  2. Dompel het onderdeel onder in water (niet aan te raden bij juwelen). Het luchtje zal weer aanwezig zijn.

  3. Bakeliet geeft een massief geluid (dof en hol). Sla twee plastic delen tegen elkaar, daarna twee bakelietdelen, neem het verschil waar, vóel het verschil.

  4. De hete naald - wees gewaarschuwd. Verhit een naald totdat deze rood-heet is en steek hem daarna op een onopvallende plaats in het bakeliet. Na een seconde (niet veel langer) zal weer dezelfde geur vrijkomen. Thermoplasten zullen smelten en celluloid zal gaan branden.

  5. De bruine kleur van bakeliet evolueert met de jaren. Er ontstaan naast monochrome- ook gevlamde kleuren.

  6. Bakeliet is een thermoharder, dat aangeeft dat het niet buigzaam is. Buig je het toch dan breekt het snel. Bakeliet is bijzonder goed op druk te belasten, niet op trek- en zijwaartse krachten.